Waarschijnlijk heeft iedereen die dit leest wel eens een dronken verhaal meegemaakt, dat met een beetje pech onwijs slecht had kunnen aflopen. Zelf heb ik die verhalen in elk geval genoeg. Het begint redelijk onschuldig, als je na een feestje met de slappe lach per ongeluk met je fiets het gras in rolt. Maar die avonturen stapelen zich op, tot je erop terug kijkt en iets denkt in de trend van “….oef…”
Het gras waar je in valt wordt een stoeprand, met een gemeen Amsterdammertje op 5 centimeter van je hoofd. Je fietswiel steekt in de trambaan of je glijdt zomaar ineens van de trap af. Zelf heb ik ooit bijna mijn achterhoofd opengespleten toen ik ergens op een festival vol achterover uit zo’n mobiele toiletunit was uitgegleden en wonder boven wonder het ijzeren trappetje had gemist. Om nog maar te zwijgen over die keren dat ik bijna tussen twee woonboten in was gevallen (niemand zou me ooit hebben teruggevonden), of dat ik op 1 januari knetterlam nog in een badkuip bijna in slaap viel met een lege fles champagne in mijn hand…
Nee hoor, als ik daar zo aan terugdenk krijg ik nog steeds een knoop in mijn keel. Dit had echt serieus heel erg slecht af kunnen lopen. Veel slechter dan die paar littekens op mijn kin en die afgebroken tand die ik een paar dagen later uit mijn lip kon plukken nadat ik onwijs knullig een zakje chips aan het eten was op de fiets na een feestje. “Dat heeft iedereen toch wel eens meegemaakt?” dacht ik altijd. En dat klopt in veel gevallen wel, maar daar wordt het echt niet ineens beter van hoor.
Wat mij betreft is dit dus misschien wel het grootste voordeel van ervoor kiezen om te stoppen met alcohol. De kans op permanente schade aan jezelf (of erger: aan iemand anders) wordt daar gewoon wel zó ongelofelijk veel kleiner van. Want denk je maar eens in: wanneer had het bij jou ook heel verkeerd af kunnen lopen?
Precies, en dat is best wel eens schrikken. Dat wil je toch liever niet meemaken?
De oplossing is binnen handbereik 😉 Nuchter was dat je echt niet overkomen.