“Ik dronk tot ik in slaap viel”

Hoe langer je drinkt, hoe moeilijker het is om te stoppen. Met alle gevolgen van dien… voor jezelf, maar zeker ook voor je gezin. Hoe mooi is het dan als je na al die jaren toch eindelijk het roer om weet te gooien? De schrijfster van deze week deed dat onder professionele begeleiding, en gelukkig met succes. Hier lees over de aanloop naar deze prachtige ommezwaai in haar leven:

 

Ik ben een vrouw. Ik ben 50+. Ik ben echtgenote. Ik ben moeder. Ik ben docent. Ik ben drinker.

Ik drink veel en ik drink snel. Al zo’n tien jaar. Dat deed ik met witte wijn. Veel witte wijn. Ik dronk in gezelschap, maar ik dronk nog liever alleen. In gezelschap hield ik me met moeite in. Als mijn glas leeg was, hoorde ik de conversatie nog amper. Ik zat met ongeduld te wachten tot de gastheer of -vrouw mijn glas weer eens vulde. Het verlangen naar dat volgende glas was belangrijker dan het samenzijn met vrienden. Soms werd het me te machtig en nam ik zelf de fles om bij te schenken.

Thuis gingen alle remmen los. De hobby van mijn man haalt hem één à twee avonden per week het huis uit. Naar die avonden keek ik uit. Mijn man was nog maar net vertrokken, of ik schonk mezelf al het eerste glas in. Dat eerste glas, dat mijn lichaam deed ontspannen. Bij dat eerste glas voelde ik de stress van me afglijden. Al die volgende glazen hadden niet dat effect, maar ik kon niet meer stoppen. In het begin dronk ik dan nog uit wijnglazen, later werden dat bierglazen, anders moest ik te vaak naar de tap lopen. De tap, dat was zo’n bag-in-box van 3 liter. Vier flessen dus eigenlijk. Ik dronk overigens ook als mijn man wel thuis was, maar dan wat “beschaafder”.

Soms nam ik me stellig voor op zaterdagmiddag: één glaasje en de rest straks, vanavond. Maar dat kon ik niet. Van één glas, kwam een tweede enzoverder. Ik dronk tot ik in slaap viel. Daardoor kwam koken er niet van, deed ik het administratieve deel dat bij mijn baan hoort niet meer. Ik was bezig een puinhoop te maken van mijn leven. Het kostte me veel moeite om de schijn op te houden. Eén keer zei een vriendin me dat ze vond dat ik te veel dronk. Met haar maakte ik later in dronken toestand nog erg ruzie. We zien elkaar niet meer nu.

Ik kon heel veel drinken en ik werd er niet ziek van. Dat komt door de maagverkleining die ik jaren geleden heb ondergaan. Veel eten gaat niet meer, maar drinken… dat gaat vanzelf. Toen ik die maagverkleining nog maar net had, las ik in een artikel dat mensen na zo’n operatie vatbaarder waren voor alcoholisme. Ik kan me nog herinneren dat ik daar boos om werd. Ik vond het een cliché en een belediging. Helaas blijkt dat dit een reëel gevaar is. De huisdokter bevestigde dat ook.

De relatie met mijn dochter is altijd turbulent geweest. Al van kleuter af aan kon ze het bloed van onder mijn nagels halen. Ze ontwikkelde zich tot een tegendraadse puber die al snel onder invloed van oudere vrienden kwam. Eén meisje in het bijzonder was in mijn ogen de grote slechte invloed. Daar kwamen ruzies van. Erge ruzies, omdat ik vaak dronken was als ik zaken aanpakte. Mijn man keek de zaken met lede ogen aan. Terugkijkend had ik liever gehad dat hij ferm had ingegrepen en me confronteerde met de onredelijkheid die ik daarbij aan de dag legde. Dat hij me zou aanspreken op mijn drinkgedrag. Maar dat deed hij niet, integendeel. Hij begon mee te drinken. Niet in dezelfde mate als ik, maar hij kon (kan, want hij is niet gestopt) toch ook wel wat verzetten.

Ik was een heel vervelend mens als ik gedronken had. Dan dacht ik dat ik hele wijze dingen zat te vertellen, terwijl het natuurlijk gewoon dronkemanspraat was. Naarmate mijn verslaving groeide kwamen er ook dingen bij als in slaap vallen in gezelschap en controleverlies over mijn blaas. Plat gezegd: ik plaste in mijn broek. Ik herinner me een personeelsfeest waarbij ik, hoewel ik met de auto was, toch een fles wijn naar binnen had gewerkt. Ik kreeg mijn broek niet tijdig open op het toilet waardoor ik mezelf half onder plaste. Toen ik terugkwam van het toilet verklaarde ik de grote natte plek op mijn jeans door een vervelend kraantje bij het handen wassen.

De dag na zo’n dronken uitspatting was ik altijd vol spijt en schaamte. Ik nam me dan voor om niet meer te drinken, om hulp te gaan zoeken bij de huisarts. Maar ook dat bleef ik maar uitstellen. Jaren aan een stuk. Als ik zwaar gedronken had, dan werd ik vaak wakker rond een uur of drie, half vier. Slapen kwam er dan niet meer aan te pas. Mijn gedrag was mij aan het slopen, zoveel was me allang duidelijk. Maar er iets aan doen lukte me niet. Ik kreeg rond dezelfde tijd ook pijn in mijn benen ‘s nachts, waardoor ik slecht sliep.

Op een avond kreeg ik een heel erg ruzie met mijn dochter. Ze verweet me allerlei dingen uit het verleden, toonde me zelfs screenshots van dingen die ik haar met een dronken kop gestuurd had. Ik was die avond ook dronken en ik werd hysterisch. Ik eiste dat mijn man een ambulance voor me zou bellen, zodat ik me kon laten opnemen omdat ik een slechte moeder was. Ik was absoluut niet voor rede vatbaar. Uiteindelijk belandde ik in bed – ik weet niet meer hoe – en viel ik in een half comateuze slaap. Toen ik wakker werd, was mijn dochter weg. Ze had het huis verlaten midden in de nacht en ik had geen idee waar ze was. Gelukkig communiceerde ze een tijdje later wel met haar vader, zodat we wisten dat ze veilig was.

Die ochtend zei ik tegen mijn man: “Ik ga maandag naar de dokter en ik sluit me aan bij de AA”. Mijn man zei er niet veel op, leek eerder verbaasd. Ik denk dat hij ervan uit ging dat ik het niet meende. Ik maakte online een afspraak en kon snel terecht.

Bij de dokter zei ik dat ik kwam voor twee problemen: mijn pijnlijke benen en mijn drankprobleem. Tijdens het gesprek bood de dokter aan om me pillen te geven om het drinken tegen te gaan, maar die weigerde ik. Ik kreeg ook een lijst mee met therapeuten, daar koos ik er eentje uit. Ik kon er al snel terecht omdat iemand anders de therapie had opgegeven. Het klikte tussen ons, dus de gesprekstherapie werd opgestart.

Ik bleef vier weken thuis van mijn werk om aan mezelf en mijn gedrag te werken. Ik had ook rust nodig, ik had slaap in te halen en ik wilde even weg van de doldraaiende mallemolen op school. Mijn collega’s wisten dat ik thuis was vanwege mentale problemen.

Tegen de zin van mijn therapeut in ging ik na die vier weken weer aan de slag. Sterker nog, ik nam er een extra baantje bovenop op mijn vrije dag. Dat was enerzijds voor het geld maar aan de andere kant hield het mij ook bezig zodat ik niet aan drinken zou gaan denken.

Ik had verwacht dat ik constant zou moeten vechten tegen de drang om te drinken, dat ik gek zou worden van verlangen naar wijn en dat ik heel ongelukkig zou worden. Het idee nooit meer te drinken leek mij onhaalbaar. Ondertussen zit ik aan dag 133 zonder alcohol. Op het moment dat ik dit typ, komen de feestdagen in zicht. Dat wordt de ultieme test, het examen als het ware.

Ik denk vaak aan drinken, aan drank, aan wijn. Aan hoe lekker ik het vond, die witte wijn. Maar ik heb mijn hoofd nu duidelijk op orde. Ik weet wat er gebeurt als ik toch zou drinken. Ook komt het drinken, of toch het bijna drinken, voor in mijn dromen. Dan droom ik dat ik rode wijn heb en dat ik het voornemen heb om ervan te gaan drinken. In die droom ben ik me ook bewust van het feit dat ik niet mag drinken. Zelfs in die droom komt het niet tot het uiteindelijke drinken.

Tijdens mijn therapie kwam ik erachter dat ik erfelijk belast ben met verslavingsgevoeligheid. Mijn oom dronk, mijn grootvader dronk, mijn overgrootvader dronk, mijn moeder was een verstokte roker… Ik merk dan ook dat ik het niet drinken compenseer met meer snoepen. Vooral M&M’s, kilo’s M&M’s. Met pinda. Het beloofde gewichtsverlies bleef dan ook uit. Na meer van vier maanden is de snoeplust nu ook geminderd. De weegschaal wijst al twee kilo minder aan ondertussen.

Zoals ik aan het begin al zei, drink ik veel en tegen hoog tempo. Dat doe ik nog steeds. Tijdens een avondje met vrienden drink ik gemakkelijk een liter cola en een liter water. Ik kan geen volle glazen zien en ook geen lege. Alcohol behoort tot het verleden. Dat heb ik voor mezelf uitgemaakt. Alcoholvrije dranken vind ik doorgaans niet lekker. 0.0 dranken laat ik in de supermarkt ook staan. Ik drink wel water of cola.

Wie nu met dezelfde gedachten moest lopen van willen stoppen, maar niet kunnen… Zoek hulp. Bij de dokter, bij een therapeut, een praatgroep. Dit alleen doen is niet gemakkelijk, je hebt iemand nodig die begrijpt waar je doorheen moet. Ondanks het feit dat ik geen vlagen van wanhoop en cravings heb, is het toch een hele gedragsverandering. Belangrijkste hierbij is in mijn opinie dat je het in de eerste plaats voor jezelf doet. Om het met een versleten reclameslogan te zeggen: “Je bent het waard!”

 

En daar is geen woord van gelogen! Iedereen is het in mijn beleving waard om het beste uit zichzelf te halen, en dat gaat nu eenmaal vele malen makkelijker als je jezelf niet de hele tijd naar beneden aan het houden bent. Echt superfijn dat jij nu die draai hebt kunnen maken, en ik hoop echt van harte dat dit een definitief keerpunt is voor jou en je gezin. Ik wens je het allerbeste, en ga vooral zo door daar. Je mag echt ontzettend trots zijn op jezelf!

Hier nogmaals ontzettend bedankt dat je dit mooie verhaal met ons hebt willen delen, en mocht iemand anders na het lezen nu ook eens zijn of haar verhaal willen delen op Alcoholvrijheid: heel graag! Als je op deze pagina even je e-mail achterlaat neem ik vervolgens zo snel mogelijk contact met je op.

Heel fijn weekend allemaal!

3 Comments

  1. Rosalia January 28, 2023
  2. Ania January 28, 2023
  3. Fer January 28, 2023

Leave a Reply